Zoek op deze site:
     
Participant:
 
Coen Schimmelpenninck van der Oije
Historian
 

Openingswoord “ArtStreams” 13-09-2015

Water, schepen, lucht en wind: deze thema’s vinden wij op zeer verschillende wijze terug in het hier gepresenteerde werk. Wie als wij in Nederland leeft, beseft dat water vriend en vijand is. Het leven onder de zeespiegel is riskant - denk aan de Watersnood van 1953 - maar ook boven de zeespiegel ben je niet vanzelfsprekend veilig - denk aan tsunami’s. Wat gebeurt er met ons westelijk deel van Nederland als de opwarming voor heel veel smeltwater zorgt? Wij kennen allemaal de beginregels van Herinnering aan Holland van Hendrik Marsman:


Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan.

Maar het einde is onheilspellend:

en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Op het water kan ook van alles gebeuren. Wij hebben allemaal de beelden van vluchtelingen op het netvlies, waarvan sommigen de overtocht niet halen. Ook het optreden van piraten is van alle tijden. In 1101 voer Frisonius een schip vol pelgrims naar het heilige land. Zij werden aangevallen door piraten onder leiding van een beruchte hoofdman. Frisonius raakte met kuras, helm, schild en al te water, zonk naar de bodem en riep in de hoop dat zijn medechristenen en hijzelf zouden worden gered, de apostel Jacobus aan, wiens altaar hij ooit had gekust. De apostel verscheen, greep zijn hand en droeg hem gaaf en gezond terug op het schip. Tegen de piraten sprak Jacobus “als gij dit christenschip niet met rust laat, lever ik u en uw schip over aan hun macht”. Hierop antwoordde de hoofdman “ik zou willen weten, grote held, waarom wilt u mij mijn buit ontnemen? Bent u de god van de zee dat u ons volk op zee tegenstand biedt?” De apostel antwoordde onmiddellijk “ik ben niet de zeegod maar de dienaar van de God van de zee. Ik help zowel op zee als op het land, zoals God het wil, degenen die in gevaar zijn en die mij aanroepen”. De afloop laat zich raden. Het piratenschip geraakte door een storm in de hoogste nood, terwijl het schip van de christenen veilig zijn bestemming kon bereiken. Helaas loopt het zelden zo goed af, misschien omdat wij minder in mirakels geloven.

Water betekent niet alleen de zee met alles wat daaruit aanspoelt aan het land. Het betekent ook de binnenwateren. Wie in Rotterdam woont kan dagelijks zien hoe de samenhang is tussen zeeschepen en binnenschepen. De een kan niet zonder de ander. Dat betekent voor de schipper op de binnenvaart kennis van havens in en buiten Nederland, bijzondere vaarroutes, sluizen, ophaalbruggen. Vaarwegen worden gekruist door andere varende objecten als veerboten en pleziervaartuigen. Indrukwekkend door hun kracht maar dikwijls bescheiden van omvang zijn sleepboten. Alles doet zich voor aan het oog van wie de tijd neemt aan het water te gaan kijken.

Varen is ook nostalgie, heimwee, eeuwig verlangen zoals bij Anton van Duinkerken in Fjordenvaart. Het laatste couplet luidt:

Eeuwige wisseling van scheiden en ontmoeten,
Die - als het leven zelf – ons drijft en onverzaad
In elke vreemde kust het land, dat men verlaat,
In elken horizon een nieuwen doet begroeten.

Wat luchtiger misschien bij Clara Eggink in Hoek van Holland:

Dit lichtsein is mij uit mijn jeugd vertrouwd.
Hier dreven schepen tussen mij,
-te loor in schemering van grijs en goud-
en ’t eiland aan de overzij.

Hier klom ik op dit havenhoofd.
De verste steen niet ver genoeg –
hier werd mij ’t avontuur beloofd
der steden, die ik in mij droeg.

Nog lopen golven op de kust,
nog varen schepen in het niet –
Ik zit nadenkend aan de rand
van dit groot water en mijn klein verdriet.

Ankertjes, kompasjes, schelpen, scheepjes in flessen, wat is er al niet dat als souvenirs herinnert aan het water en daarop varende schepen. Ook de fles maar nu met water komt in deze expositie voor. Als men details van schepen neemt kan het resultaat in fotografie welhaast abstract lijken. Het is dan ook verleidelijk om alle aspecten van de aan water gerelateerde kunstwerken de revue te laten passeren. Maar met het risico dat u vindt dat het een poëziemiddag wordt, kan ik om één gedicht niet heen, verbonden als het is met Rotterdam, water, schepen en handel. Het werd ooit voorgedragen tijdens een maaltijd van letterkundigen op de plek waar nu het restaurant het Zalmhuis bij het Kralingse Veer is gevestigd. Vandaag, met kunstenaars en kunstliefhebbers onder elkaar, kunnen wij iets meenemen uit dit gedicht Rotterdam van Jan Prins:

Te Rotterdam ben ik geboren
Onder den adem van de Maas
En liep ik, met mijn eigen stilte,
Temidden van het straatgeraas.

Het gedicht beschrijft dan wat de dichter aan de kade ziet en ruikt en als hij zelf reist wekt soms een geur de herinnering aan zijn geboortestad Rotterdam op. Maar het zijn deze regels, die zo mooi passen bij het werk hier in RAM & ramfoundation:

Het is of, met haar lucht en water
En wind, zij ons heeft opgevoed
In ruimte en vergezicht, de kusten
Van onze toekomst tegemoet.

Dames en Heren, de onvermoeibare inzet van Berry Koedam heeft opnieuw voor een heerlijke expositie gezorgd. Het lijkt mij een voorrecht om hier te mogen exposeren en het is een voorrecht hier te mogen kijken. Daarom terug naar het begin, nu in mijn eigen woorden:

Water, schepen, lucht en wind:
Al wie deze kunst bemint
Zal hier moeten binnenlopen.
Heden kan men art streams kopen.

Coen Schimmelpenninck van der Oije
Rotterdam, 13 september 2015

All Participants
 
Heemst, van Jan
Schimmelpenninck van der Oije, Coen
Walgenbach, Hans
Ansenk, Emily
Ayas, Defne
Damen, Jeroen
Halem, van Ludo
Kwakman, Bas
Roosmalen, van Arno
Weeda, Kees
Wind, Diana
 
latest news
18-04-2024
laatste nieuws
Kunstenaars elders / Artists elsewhere
 
latest interview:
12-04-2024
khari
Judith Kuipéri interviewt
Bert Frings en Nico Mogendorff
 
latest article:
04-02-2024
Judith Kuipéri: Een vlucht in perfectie
 
contact
stuur ons een e-mail
 
Secretariaat
Lloydkade 627
3024 WX Rotterdam
 
Kamer van Koophandel
41134388
 
IBAN
NL57INGB0006934300
 
Open:
alleen op afspraak
only by appointment
 
anbi